Grijp- en graaicultuur aan de kaak gesteld

PARAMARIBO – De belastingkundige mr. Robby Makka is niet te spreken over de cultuur van ‘zweef teki’ die heerst bij de toppers van diverse ministeries en parastatale bedrijven. De ene kwestie is misschien wat meer in de publiciteit dan de ander, maar overal schijnt er een vorm van zakkenvullerij gaande te zijn. Hij ergert zich met name aan het exorbitante salaris van …

de governor van de Centrale Bank van Suriname (CBvS) en dat van functionarissen van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) van ruim netto USD 25.000,- per maand, welk bedrag voldoende is om elke twee weken een prefabwoning te kopen bij een bepaalde politieke partij. De IMF-deskundigen doen volgens Makka werk, dat voor een veel lager bedrag door Surinaamse economen gedaan zou kunnen worden.

Daarbovenop is de moederbank tot een soort IMF-dependance verworden, waarbij het de CBvS meer gaat om een mooi beeld scheppen voor het IMF. Makka hamert er op, dat de governor binnen no time SRD 500.000,- verdient, terwijl men schaamteloos zit te muggenziften of een voorgesteld wettelijk minimumloon van SRD 630,- niet aan de hoge kant is.

Hij is van oordeel, dat Suriname een andere economie verdient, waarbij de inflatie onder controle wordt gehouden en er betere lonen voor de man van de straat worden bewerkstelligd. Bij de laatste toekenning van 10% loonsverhoging aan ambtenaren had men liever de laagverdieners een 15% loonsverhoging kunnen toekennen en die met torenhoge salarissen maximaal 5%.

Makka heeft overigens zijn bedenkingen over de vorderingen die geboekt zouden zijn op het gebied van het binnenhalen van buitenlandse investeringen. Exponenten van de Investment Development Corporation Suriname hebben recentelijk een presentatie in Parijs gehouden, maar vooralsnog is niet één Fransman met 10 euro naar Suriname gekomen.

Hij geeft ook preventieve waarschuwingen mee over de goudovereenkomsten die met de multinationals zullen worden aangegaan. Men zou het financieel en fiscaal paragraaf moeten veiligstellen. Het fiscaal jargon is heel complex en er kunnen booby traps in de overeenkomsten verscholen zitten. Als men stelt, dat bepaalde percentages van de jaar –, bruto – of nettowinsten via belastingen terugvloeien naar de Staat, dan moet men ook nagaan welke aftrekposten het bedrijf kan opbrengen.

Suriname zal geld moeten inbrengen, maar zal daarnaast ook geld ontvangen en een rekencentrum zal alle financiële aspecten goed moeten uitwerken, meent Makka. Men zou zich moeten buigen over op deze deals en niet steeds de vergelijking trekken met eerdere. De haast, die de beleidsmakers schijnen te hebben baart de belastingkundige overigens grote zorgen.

Scroll to Top