Voor de zesde keer maakt analyticus Robby Makka een ‘jaaranalyse’ op 25 mei. Deze dag is niet alleen een herinnering aan de verkiezingsdag, maar is ook een juist moment om een evaluatie te maken van de verrichtingen van de coalitie over het afgelopen jaar. Deze analyse wordt in 3 delengepubliceerd. Makka gaat onder andere in op de wisselkoers, het bedanken van governor van de Centrale Bank van Suriname (CBvS) Glenn Gersie en de affaire Surinaamse Post Spaarbank (SPSB). Daarnaast komen aan de orde de begroting 2019, monetaire financiering, inflatie en leningen. Hij blikt terug op enkele pikante momenten en uitspraken over de economie, oplossingsinstrumenten en sluit af met prognoses en een nabrandertje.
De (bank)crisis
Terwijl wij maanden lang verwikkeld zitten in de highly & sensitive discussie over aanhouding van €19 miljoen geldvracht in Nederland en de reshuffling, zien wij een nieuw EcoFin risico zich voordoen in eigen land, zonder dat wij beseffen wat wij doen met onze financiële integriteit:
2017: DSB, die eind 2017 slecht in het internationaal nieuws kwam vanwege het vertrek van
oud-directeur S. Proeve gekoppeld aan de mediaberichten van oud bestuurder DSB H. Moison;
2018: de Hakrinbank kwam negatief in de publiciteit i.v.m. vertrek van oud bankier J. Bousaid;
2019 De CBvS met de Gersie-Gate en de benoeming van R. van Trikt als zoon van de minister van Onderwijs haalde flink het internationale nieuws en
2019: de SPSB perikelen met in de media, namen van rekeninghouders, rekeningnummers, debet en creditstanden.
Wat doen wij met de integriteit van deze banken? De informatie over deze vier banken staat al in de staten van buitenlandse EcoFin banklisting. Dat in de kwestie SPSB, de EcoFin top samen met de procureur-generaal (pg) door de president wordt ontboden, is al een teken van een zwaar risico. Zijn wij vergeten dat de met verlof gestuurde directeur van SPSB, G. Kromosoeto, de oud-penningmeester is van de NDP? Ook al zou hiervan slechts 10% waar zijn, op deze tour doorgaan is een crime. Wij werken niet aan een moderne economische verantwoording. Het bankwezen is eigenlijk dichtgeslibd. Er is een serieuze bankencrisis. Indien € 19 miljoen verder wordt vastgehouden, hebben wij een crisis erbij. Daartegenover moeten wij (blijven) sparen, maar we sparen niet. Wat is de activa van het Spaar- en Stabiliteitsfonds? Volgens informatie is er niks gespaard, het fonds is saldoloos.
Onze cash position is offshore. Hierdoor is de koers ook stijgende. We kennen de definitiediscussie over (in)directe monetaire financiering rond juli 2018, maar we moeten nog altijd waken over de andere EcoFin risico’s. De trekkingen o.b.v. artikel 21 van de Bankwet zoals die nu plaatsvinden, zijn onverantwoord en economisch ongezond. We moeten juist monetair gaan de-financieren en niet meefinancieren, zodat een nieuw recessie niet aan de poort rammelt.
De pg heeft de kwestie van monetaire financiering in strafrechtelijke zin onderzocht door o.a. deskundige A. Caram om advies te vragen, echter is het geheim rapport niet vrijgegeven. Het Openbaar Ministerie heeft een chronisch gebrek aan: auditkracht, capaciteit, middelen en competenties. Elk onderzoek leidt tot een miskraam, nooit wordt de baby gezond geboren. De afdeling fraude van het ministerie van Juspol en het Openbaar Ministerie kunnen in de toekomst overuren gaan draaien, bij goed en gedegen onderzoek. De pg heeft thans veel onderzoeksopdrachten met volledige of onvolledige dossiers onder zich.
Leningen
De overheid heeft in de afgelopen jaren de leningenkraan flink opengehouden. Het afgelopen jaar is het ook niet anders geweest. De meeste lokale overeenkomsten zijn in 2018 afgesloten (totaal 19). In de afgelopen 6 jaren heeft de overheid in totaal meer dan 100 leenovereenkomsten ondertekend met zowel binnenlandse als buitenlandse ‘geldschieters’. In totaal is bijkans $ 3 miljard geleend in deze 6 jaren, waarvan 2/3 deel in het buitenland en de rest lokaal. De grootste geldschieters van de Staat zijn: Openheimer, China, de Islamic Development Bank (IsDB), Inter American Development Bank (IDB) en de Centrale Bank van Suriname (CBvS).
De meeste buitenlandse overeenkomsten zijn in 2016 afgesloten (totaal 16). De piek in geld uitgedrukt, werd voor buitenlandse leningen in 2016 bereikt (ruim $ 1.2 miljard), terwijl lokaal de piek in 2015 al werd bereikt toen de Staat bij de CBvS iets meer dan $ 700 miljoen leende. Bij de IDB heeft Suriname minimaal 13 leningen van iets meer dan $ 300 miljoen lopen. Het getal is met 12 overeenkomsten bij de IsDB bijkans hetzelfde. Tegen de huidige geldende koers van de $ op de valutamarkt zou voor deze 6 jaren alleen de schuld een waarde hebben van ruim SRD 27 tot 28 miljard.
Het Lin lin libi is hoge waarden geworden in ons land. Lening is een moord op bestelling. Lening geeft visiearme stijl weer. Met leningen leven wij op een vulkaan.
CBvS en monetaire financiering
We zetten de tijdlijn 2019 om monetair te kunnen financieren in eenvoudige bewoordingen neer:
31 jan.: Hoefdraad wil geld lenen van Gersie;
12 febr.: Gersie gaat eruit;
21 febr.: Hoefdraad zegt MoU heeft geen waarde;
22 febr.: Hoefdraad sluit monetaire financiering niet uit;
5 maart: R. van Trikt wordt aangesteld als nieuwe governor;
8 maart: V. Kirpalani wordt benoemd als regeringscommissaris;
9 maart: Monetaire financiering is een feit.
Om uw geheugen op te frissen, ter illustratie, twee voorbeelden hoe wij onze economie zelf verknallen:
1. In 2019 werd een mediabericht geplaatst: ‘Regering heeft SRD 670 miljoen beschikbaar bij CBvS’. In eerste instantie wordt SRD 90 miljoen getrokken. Hierna werd gezegd: ‘Er is nog SRD. 580 miljoen beschikbaar’, aangezien SRD 90 miljoen dus al opgenomen was. Dit moet m.i. als een onzin bericht worden beschouwd. Niets is beschikbaar. Er was geen 580 miljoen in kas. Het bericht had moeten luiden: ‘De regering gaat de geldhoeveelheid met SRD 670 miljoen vergroten, waardoor de waarde zal dalen en de koers zal stijgen met als gevolg koopkrachtverlies, resulterend in een continue verarming van burgers.’ En dat gebeurt nu met de huidige koersstijging. Deze SRD 670 miljoen is geen seizoenlening. Het is een vorm van gelddrukken. Het zuur verdiende geld is je wortel en wie zijn wortels vernietigt kan niet groeien.
2.Dit is wat minister Hoefdraad zei in 2015:
“De Bankwet moet ook worden aangepast, waardoor het niet mogelijk is om uitgaven monetair te financieren”. Minister Hoefdraad en governor Gersie hadden een intentieverklaring getekend om niet meer monetair te financieren. Er waren zelfs sanctiemaatregelen genoemd.
En begin 2019, weten wij wat er is gebeurd: ontwijk de eigen SRD kracht, leen monetair van je eigen banken en het buitenland en omzeil sancties. Dit werd het praktisch devies. Deze mogelijkheid heeft de regering zich toegemeten.
Tone at the top, 400 miljoen extra
Wekelijks zijn er diverse financiële perikelen in de media. De kritieken op de uitgaven en verkwisting zijn alom bekend. Terecht is deze kritiek op deze EcoFin leiders. De eerste vereiste van economie is: duidelijkheid. Wie kritiek kwalijk neemt heeft iets te verbergen. Er wordt heel slecht opgebiecht:
• weekbalansen van CBvS conform artikel 24 van de Bankwet ontbraken;
• boekingen door Bureau Staatsschuld werden verkeerd gedaan;
• afspraken over verbod op monetaire financiering werden eenzijdig opgezegd;
• RvC-leden en leiding van de CBvS werden vervangen;
• Universiteitsbestuur en de IGSR-top werden vervangen;
• Belastingdienst heeft (weer) geen directeur en
• salarissen van alle ontheven ministers en ambtenaren worden geteld als BBP-cijfer.
Als je gouden bergen belooft, kun je niet komen met hoopje gerecycled plastic, dat is opgeleukt met een snoer kerstlampjes. De economische onderbouw bepaalt de politieke bovenbouw. En deze bouw moet verantwoording afleggen aan de Rekenkamer, DNA maar ook aan de media. We hebben te doen met een dramadriehoek: president, governor en minister Financiën zonder economische filosofie en zelfs in strijd met het NDP-partijprogramma dat uitgaat van een liberale economie met samenwerking.
Het gaat in de Ecofin om the tone at the top. De top die niet wil samenwerken en eigenlijk ook niet kan. Deze top wordt verantwoordelijk gesteld en is aansprakelijk voor alle EcoFin ellende.
Mr. Robby Makka (Msc)
(Robby Makka is in het dagelijks leven Manager op het Ministerie van Financiën in Nederland; hij becommentarieert de Surinaamse economie op persoonlijke titel. “Eenieder mag zijn politieke voorkeuren hebben, stelt hij. Niks mis mee. Het gaat echter om de kwaliteit van de argumentatie onderbouwd met cijfers bij het samenstellen van een bijdrage”.)