Publications

‘Loonsverhoging zinvol indien koopkrachtversterkend en economisch verantwoord’

  • 05-07- 2012

‘We hebben nog een te log ambtenarenapparaat, dat gesaneerd moet worden, toch? De politie heeft bijkans 800 mensen nodig. Kunnen we ze van het ene ministerie naar Juspol verschuiven? Of gaan we weer nieuw personeel aantrekken? Zijn de spookambtenaren en de ontheven functionarissen reeds in de economie ingezet? De regering heeft sinds haar aantreden reeds zoveel salarissen verhoogd, commissies bezoldigd, nieuw personeel geworven en minister Biza is nog aan het inventariseren toch? Kortom, het HRM-beleid van de overheid is zwak. Het waterhoofd is nog een grote ‘economisch kop’, of niet?’

Allemaal terugkaatsende vragen die financiën-deskundige Robby Makka aan Dagblad Suriname stelt, wanneer wij hem vragen om een reactie te geven op het aangekondigde 13e maandsalaris, uitkering van vakantiegeld en de loonbesprekingen die thans gaande zijn tussen vakbonden en werkgevers.

Volgens Makka is het huiswerk mogelijk niet goed gemaakt. De Fiso-richting, de betaling van de inflatiecorrectie, maar ook de verdamping van de AOV en AKB moeten worden bestudeerd, alsmede andere koopkrachtversterkende aspecten, zoals lage rente etc. Loonstudie en liquiditeitsanalyse gaan hand in hand, doceert Makka. ‘Bij het bedrijfsleven en vakbonden is er geen gedegen loonpolitiek op een transparante manier besproken, evenmin is er binnen de SER uitvoerig gediscussieerd.’ Makka ontvouwt dat er bijkans 40.000 ambtenaren zijn, waarbij 76% van de personeelskosten apparaatskosten zijn. ‘Totaal ongezond toch?’

Volgens Makka was het begrote post voor salaris in het afgelopen jaar bijkans 1,4 miljard SRD. Het vakantiegeld is mogelijk in de orde van meer dan 100 miljoen SRD. Met een 13e maandsalaris in december komen wij op 1.6 miljard SRD. Volgens Makka is geen enkele bankpresident of minister van Financiën eens met meer liquiditeiten in omloop zonder productieverhoging, want het werkt inflatoir. Daarom zegt Makka, moet het laatste woord in kwesties van loonsverhogingen niet bij de politicus zijn, maar bij de monetaire autoriteiten, met name de governor. ‘Ik zei al eerder, we hebben een bruto-economie met een zweverig SVP. Ik gun de loontrekkers echt koopkracht, maar dan moet het echte koopkracht zijn en geen ‘meer biljetten en hoge prijzen’. Anders maak je de opgebouwde credits bij IMF en S&P, kapot.’

Makka merkt verder op dat indien we de jaarverslagen van de financiële topinstellingen Hankrinbank, DSB en Assurria bekijken en deze tegen het licht houden van het IMF-artikel 4 rapport en het S&P ratingdossier, wordt de gunstige lijn van economische vooruitzichten bevestigd en gevraagd voor economische expansie, diversificatie en consolidatie. In dit plaatje is volgens Makka de zorg voor loonmatiging altijd een ‘standaard roeping’. De economische timide houding is juist. Het advies van Makka in deze is het volgende. ‘Vakantiegelden zijn begroot en ‘uitkeringsverplichtend’ gemaakt, dus ontkom je niet eraan om het in juli of augustus uit te betalen. Het is geprognosticeerd, dus shooten. De consument enkoopkrachtverkrijger is aan zet.’

‘Beter is het om de vakantiegelden gefaseerd uit te keren, bijvoorbeeld in twee tranches. Uiteraard moeten de vakbonden en het bedrijfsleven hierover eens zijn. Het is een kwestie van communicatie en dialoog, met cijfers en exercities. Er is een conservatief rek om de inflatiecorrectie en bezoldigingsbijstelling toe te passen. Het moet wel passen binnen het bedoelde Surinaams Economisch Verbeteringsprogramma (SVP), dat nu zweverig en vaag geworden is. Loonmatiging is terecht als de uitkering van de vakantiegelden niet inflatoir werkt. Indien de loonronde toch wordt uitgevoerd, moet men dat wel economisch beheersbaar implementeren. De uitbetaling van vakantiegeld is mogelijk dan niet storend. Gunstige economische vooruitzichten moet je wel cashen voor de consument. De consument heeft recht op koopkrachtversterking vanwege en sinds de government take en devaluatie.’